Versie: Juli 2021

Inleiding

KDV & BSO Ons Dorpje Tussenmeer BV, gevestigd aan de Tussen Meer 70,  is in januari 2010 geopend. Op de begane grond is het kinderdagverblijf gevestigd en de buitenschoolse opvang op de eerste verdieping.

Op de buitenschoolse opvang (BSO) wordt kinderopvang geboden voor kinderen van 4 t/m 12 jaar.
De kinderen worden opgehaald uit school, en in vakantie periodes bieden wij gehele dagopvang, van 7.30u tot 18.30u.

De buitenschoolse opvang beschikt over 43 kindplaatsen per dag, verdeeld in 2 groepen.

  • De SMURFEN-groep; 4 t/m 6 jaar, maximaal 20 kinderen per dag
  • De SPONGEBOB-groep; 7 t/m 12 jaar, maximaal 23 kinderen per dag

Het veiligheids- en gezondheidsbeleid is om kinderen, medewerkers en ouders een veilige en gezonde speel- en leefomgeving te bieden waarbij eventuele risico’s tot een minimum beperkt worden. Het beleid is een continue proces van het vormen, implementeren, evalueren en actualiseren. De kwaliteitscoördinator welke verantwoordelijk is voor het beleid speelt hierin een grote rol. Zij zorgt ervoor dat het up-to-date blijft. Maar ook de rol van de beroepskracht is hierin essentieel. Samen met hun wordt het beleid elk kwartaal tijdens de teamvergadering geëvalueerd: zijn er aandachtspunten of wijzigingen? Zijn er veranderde/nieuwe risico’s en wat zijn deze risico’s, of nemen bepaalde risico’s juist af? Zijn er ongevallen geregistreerd en moet het beleid hierop worden aangepast? Zo zorg je er samen als team voor dat het beleid te alle tijden actueel is en blijft.
Wijzigingen in het veiligheids- en gezondheidsbeleid worden altijd besproken met de oudercommissie en schriftelijk door gespeeld naar alle beroepskrachten. Op de website staat altijd het meest recente beleid, en ook ligt op elke groep een exemplaar welke inzichtelijk is voor zowel medewerkers als ouders.
We kunnen met dit plan niet alle incidenten voorkomen. Er kan altijd iets misgaan. Daarom vinden wij het belangrijk dat we naast een actueel beleid ook kinderen leren om op een goede manier met risico’s om te gaan. Het zijn leermomenten die zij ook thuis kunnen toepassen.

Kwaliteitscoördinator

Om het beleid op het gebied van veiligheid en gezondheid te bewaken hebben wij een coördinator die de kwaliteit op het gebied van het beleid en de uitvoering van dit beleid controleert, bijstelt en handhaaft. De kwaliteitscoördinator bij onze buitenschoolse opvang is de beleidsmedewerker Sharon Stolp in samenwerking met Letseline Jansen.

 

VEILIGHEIDSBELEID

Het veiligheidsverslag is een beknopte en overzichtelijke samenvatting van alles wat er binnen de buitenschoolse opvang op het gebied van veiligheid kan gebeuren. Het is een levend document dat bij bijzonderheden zoals een verbouwing, verandering van de inrichting of na een incident kan worden aangepast. In dit beleid zijn de grootste risico’s en maatregelen op het gebied van veiligheid opgenomen.

Risico’s en maatregelen algemeen

1)   Kind komt met vingers tussen de deur
Alle deuren die een risico vormen zijn beveiligd middels veiligheids-strips. Deze worden iedere week gecontroleerd op beschadigingen en werking. Indien nodig worden deze vervangen.
2)    Kind komt in aanraking met elektriciteit
Stopcontacten binnen onze kinderopvang zijn geaard en vormen geen gevaar.
Aan kinderen wordt geleerd dat ze niet aan stopcontacten mogen zitten en alleen met toestemming van een medewerker mogen ze een stekker in het stopcontact steken. Daarnaast voorkomen wij zoveel mogelijk de aanwezigheid van losse snoeren.
Elektrische apparaten worden buiten handbereik geplaatst.
Elektrische apparaten die door de kinderen bediend mogen worden staan laag en stabiel.
Indien een kind toch in aanraking komt met elektriciteit wordt direct het alarmnummer 112 gebeld. Eventuele andere kinderen worden naar een andere ruimte verplaatst. Er wordt een EHBO’er bij geroepen en deze handelt tot de professionele hulpverleners er zijn. Daarna worden de ouders/verzorgers ingelicht.
3)    Struikelen en uitglijden
Om te voorkomen dat kinderen, medewerkers of ouders struikelen of uitglijden zorgen we ervoor dat er open speelruimtes zijn gecreëerd waarbij vaste meubels niet in het looppad of centraal in de speelruimte worden geplaatst.
Er wordt niet gedweild in het bijzijn van lopende kinderen.
Natte plekken op de vloer worden direct drooggemaakt.
Speelgoed dat niet gebruikt wordt moet worden opgeruimd.
Binnen mag er niet worden gerend.
4)    Bezeren aan oneffenheden in muren en meubilair
Bij oneffenheden als uitstekende delen of splinters wordt direct actie ondernomen. Oneffenheden worden verwijderd of meubilair wordt hersteld.
De omgeving en de meubels dienen degelijk en veilig te zijn.
5)    Kind valt door glazen ruit
Alle ramen die een risico vormen waarbij kinderen door de ruit kunnen vallen, zijn voorzien van veiligheidsglas of veiligheidsfolie.
Daarnaast hebben wij afspraken met de kinderen gemaakt om het risico op incidenten te minimaliseren door niet te gooien met spullen en te rennen in de groeps- en leefruimtes.
6)   Kind komt in aanraking met chemische middelen of medicijnen
Schoonmaakmiddelen, medicijnen of andere chemische (gevaarlijke) producten worden buiten het bereik van kinderen opgeborgen (hoog en/of afgesloten).
Ook hebben wij de afspraak gemaakt dat de tassen van medewerkers en ouders buiten het bereik van kinderen moeten worden geplaatst/opgeborgen.
Indien een kind in aanraking is geweest met chemische middelen of medicijnen wordt te alle tijden direct het alarmnummer 112 gebeld. Deze zullen telefonisch direct advies geven wat te doen totdat de professionele hulpverleners er zijn.
7)    Kind rent ongezien naar buiten / kind wordt vermist
Wij zijn er alert op dat de deuren en hekjes naar buiten gesloten zijn.
Ook zijn er afspraken gemaakt met de ouders of verzorgers wie de kinderen wel of niet mogen ophalen. Zonder nadrukkelijke toestemming van de ouders wordt een kind nooit aan een ander persoon (dan is afgesproken) meegegeven.
Daarnaast zorgen we ervoor dat er conform de wettelijke eis voldoende pedagogisch medewerkers aanwezig zijn die toezicht houden. Zij weten altijd welke en hoeveel kinderen er in de groep aanwezig zijn. Dit geldt ook voor uitstapjes die we met de kinderen maken.
Indien een kind toch wordt vermist, treedt het protocol Vermissing kind in werking.
8)   Een kind verbrandt zichzelf
Hete dranken worden niet in het directe bijzijn van kinderen genuttigd of geplaatst. We plaatsen hete dranken altijd op een zo veilig mogelijke plek buiten handbereik van de kinderen. Oudere kinderen die zelf hete drank drinken, zoals bijvoorbeeld een kop thee, wordt geleerd dat zij hier voorzichtig mee om moeten gaan.
Kinderen die mogen helpen met afruimen of opruimen zijn nooit zonder toezicht in de keuken en mogen enkel de koude kraan bedienen.
Indien een kind in aanraking is geweest met kokend water wordt te alle tijden direct de brandwond gespoeld met lauw stromend water. Het alarmnummer 112 kan worden gebeld, zij zullen telefonisch direct advies geven wat te doen totdat eventueel de professionele hulpverleners er zijn.
9)   Kind gaat zelfstandig vanuit school naar de BSO of vanuit de BSO naar huis
Op het moment dat ouders aangeven dat hun kind vanuit school alleen naar de BSO of vanuit de BSO alleen naar huis mogen, vragen wij de ouders daar eerst schriftelijke toestemming voor te geven door middel van de overeenkomst Kinderen alleen naar huis.

Entree / Gang

1)     Kind valt van de trap of over balustrade
Kinderen tussen 4 – 6 jaar zijn nooit zonder toezicht aanwezig in de entree.
Het hekje bovenaan de trap dient altijd gesloten te zijn op het moment dat er kinderen aanwezig zijn in de entree.
Kinderen mogen niet spelen op de trap en dienen rustig de trap op en af te lopen.
Kinderen mogen absoluut niet klimmen op het hekje, de balustrade of de kapstok.

Keuken

1)   Kind komt in aanraking met chemische middelen of medicijnen
Schoonmaakmiddelen, medicijnen of andere chemische (gevaarlijke) producten worden buiten het bereik van kinderen opgeborgen (hoog en/of afgesloten).
Ook hebben wij de afspraak gemaakt dat de tassen van medewerkers en ouders buiten het bereik van kinderen moeten worden geplaatst/opgeborgen.
2)   Een kind verbrandt zichzelf
Hete dranken worden niet in het directe bijzijn van kinderen genuttigd of geplaatst. We plaatsen hete dranken altijd op een zo veilig mogelijke plek buiten handbereik van de kinderen. Oudere kinderen die zelf hete drank drinken, zoals bijvoorbeeld een kop thee, wordt geleerd dat zij hier voorzichtig mee om moeten gaan.
Kinderen die mogen helpen met afruimen of opruimen zijn nooit zonder toezicht in de keuken en mogen enkel de koude kraan bedienen.
3)   Kind verwondt zich aan mes of schaar
De scherpe messen liggen hoog om te voorkomen dat kinderen zich eraan verwonden. Als kinderen messen gebruiken zijn dit smeermessen, of gebeurt dit onder toezicht van een pedagogisch medewerker.

Leefruimtes 4 – 6 jaar en 7 – 12 jaar

1)    Kind bezeert zich aan speelgoed
Het speelgoed is afgestemd op de juiste leeftijdsgroep en dient veilig te zijn.
Kapot speelgoed wordt weg gegooid of gerepareerd.

2)    Kind verblijft in te warme ruimte
Het pand is zeer goed geïsoleerd waardoor de warmte erg lang kan blijven hangen.
Om te voorkomen dat de kinderen uitdrogen bij warmte volgen wij bij een temperatuur van 26 ºC of hoger de regels volgens het Hitteprotocol op.
Uiteraard staat er gedurende de dag zoveel mogelijk de ventilatieroosters, luikjes en deuren open, en hebben wij meerdere (grond-)ventilatoren.
Als het buiten koeler is dan binnen dan zijn we lekker veel buiten met de kinderen.
3)   Kind komt in een onveilige situatie doordat de groep te groot is
De groepen zijn overzichtelijk en de pedagogisch medewerkers zorgen dat zij toezicht kunnen houden op alle kinderen.
Er zijn altijd voldoende pedagogisch medewerkers conform de bkr (beroepskracht-kindratio).
4)   Kind is niet veilig doordat een onbekende ongewenst de ruimte inkomt
Bij de intake geven de ouders aan wie hun kinderen wel en eventueel niet mogen ophalen en daar moeten wij ons te alle tijden aan houden. Als een ander dan aangegeven het kind komt ophalen wordt het niet meegegeven maar nemen wij eerst contact op met de ouder.
Als er wordt aangebeld wordt er pas open gedaan na het zeggen van de naam en wie er opgehaald wordt.
Ouders worden geïnstrueerd om geen onbekenden binnen te laten als ze eventueel achter hun aan lopen, en de deur goed achter zich te sluiten.
Mocht een vreemde toch binnen zijn gekomen, dan wordt er een leidinggevende bij gehaald en zij zal deze persoon vriendelijk verzoeken het pand te verlaten. Mocht deze persoon dit niet willen en/of vertoont hij risicovol gedrag, dan bellen wij het alarmnummer 112.

Sanitaire ruimtes

1)   Kind komt in aanraking met chemische middelen
Schoonmaakmiddelen worden altijd buiten het bereik van kinderen opgeborgen (hoog en/of afgesloten).

Buitenruimtes algemeen

1)    Kind valt/struikelt over object of ander kind
De buitenruimtes beschikken over voldoende speel- en loopruimte. Aan kinderen wordt geleerd om goed te kijken waar je loopt/rent/fietst.

2)   Kind droogt uit
Bij hoge temperaturen wordt onder andere extra drinken aangeboden aan alle kinderen en de inspanning wordt aangepast. Zie ook ons Hitteprotocol.
3)   Kind krijgt zonnesteek/verbrand door de zon
Bij extreme hitte beperken we de duur van het buiten spelen en vermijden we grote inspanning.
Tussen 12.00u en 15.00u is de zon dan te fel en wordt er liever niet buiten in de zon gespeeld.
Als de zon schijnt van april tot oktober worden alle kinderen ingesmeerd met zonnebrand minimaal factor 30.

Buitenruimte aangrenzend

1)    Kind valt van de trap
Kinderen mogen nooit zonder toezicht de trap op en af.
Kinderen mogen niet spelen nabij de trap.
2)    Kind valt/struikelt over object of ander kind
De speelplaats beschikt over voldoende speel- en loopruimte.
Aan kinderen wordt geleerd om goed te kijken waar je loopt/rent/fietst.
3)    Kind valt van speeltoestel
In de buitenruimte bevinden zich enkel speeltoestellen welke geschikt zijn voor de leeftijd van de kinderen.
Aan kinderen wordt geleerd hoe het speeltoestel te gebruiken om ongelukken zoveel als mogelijk te voorkomen.
4)   Kind verdrinkt in een opblaaszwembadje
Als tijdens de warme zomerdagen de zwembadjes gevuld zijn en in de buitenruimte staan, houdt er constant iemand toezicht op het zwembadje. Zie ook het gezondheidsbeleid.
Indien een kind toch verdrinkt dan wordt direct het alarmnummer 112 gebeld en er wordt een EHBO’er bij gehaald. Deze schat de situatie in en handelt ernaar, totdat de professionele hulpverleners er zijn.

Buitenruimte niet-aangrenzend (het park)

1)    Kind raakt betrokken bij een ongeval bij een uitstapje buiten de deur
Wij spelen geregeld in het park, of maken met de kinderen uitstapjes buiten de deur. Om dit verantwoord en veilig te laten verlopen hebben wij het protocol Veilig vervoer opgesteld.
De kinderen dienen zich in de gemaakte afspraken te houden, zoals rustig lopen.
2)   Kind bezeert zich aan zwerfafval
De kinderen spelen in een bepaald gebied wat bijvoorbeeld afgezet wordt met pionnetjes. Dit gebied wordt door de medewerkers gecontroleerd op gevaarlijk zwerfafval als glas.
3)    Kind valt van speeltoestel
In de niet-aangrenzende buitenruimte bevinden zich klim-/speeltoestellen waar de kinderen graag spelen. Op de ondergrond liggen rubberen tegels.
We zorgen altijd voor voldoende toezicht en aan de kinderen wordt geleerd hoe zij veilig gebruik kunnen maken van de klim-/speeltoestellen.
4)   Kind valt in het water
Het park ligt aan het water maar het gedeelte waar wij gebruik van maken ligt aan de andere kant. Aan kinderen wordt vooraf duidelijk verteld waar ze wel en niet mogen spelen en het gebied wordt eventueel afgezet met pionnen.
Er is altijd voldoende toezicht en overzicht.
Indien een kind toch in het water valt dan is het belangrijk te weten of deze een zwemdiploma heeft. Zo nee roep om hulp en zorg dat iemand het kind achterna gaat.
Indien een kind toch verdrinkt dan wordt direct het alarmnummer 112 gebeld en er wordt een EHBO’er bij gehaald. Deze schat de situatie in en handelt ernaar, totdat de professionele hulpverleners er zijn.
5)   Kind rent per ongeluk de straat op
Het park ligt aan de weg maar is omheind met een hoog hek. Aan kinderen wordt vooraf duidelijk verteld waar ze wel en niet mogen spelen en het gebied wordt eventueel afgezet met pionnen.
Er is altijd voldoende toezicht en overzicht.
6)   Kind loopt weg
Aan kinderen wordt vooraf duidelijk verteld waar ze wel en niet mogen spelen en het gebied wordt eventueel afgezet met pionnen. Er is altijd voldoende toezicht en overzicht. Indien een kind toch wegloopt en wordt vermist, treedt het protocol Vermissing in werking.

Brandveiligheid

Hieronder beschrijven wij naast de algemene risico’s en maatregelen de veiligheidsrisico’s en maatregelen die wij hebben genomen met betrekking tot de brandveiligheid van onze kinderopvang.

  • We maken geen gebruik van kaarsen
  • Decoratiemateriaal of knutsels van kinderen zijn zoveel mogelijk aan de zijkanten (muren) van het verblijf bevestigd of geïmpregneerd / brandvertragend gemaakt
  • Alle aanwezige brandblusmiddelen en installaties worden conform de wettelijk eis periodiek gecontroleerd en gekeurd
  • Minimaal 1 maal per jaar organiseren wij een ontruimingsoefening zodat medewerkers en kinderen weten wat zij moeten doen bij een (indicatie van) brand
  • In het pand is er altijd een medewerker aanwezig die in het bezit is van een geldig Kinder-EHBO en indien nodig BHV certificaat
  • Gangpaden en nooduitgangen zijn altijd goed doorgaanbaar. Eventuele obstakels worden direct verwijderd.
    Op de begane grond moeten buggy’s en kinderwagens aan de kant te worden gezet of te worden ingeklapt.

(Voorkomen van) grensoverschrijdend gedrag

Hieronder beschrijven wij de maatregelen die wij hebben genomen met betrekking tot het risico van grensoverschrijdend gedrag. In dit beleid staat  hoe wij het risico op grensoverschrijdend gedrag door zowel aanwezige volwassenen als kinderen zo veel als mogelijk willen beperken.

Het vierogen- en orenprincipe
Onze kinderopvang organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de pedagogisch medewerker de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl zij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
De locatie is zoveel mogelijk transparant gemaakt d.m.v. ramen tussen groepsruimtes en gang, glas in deuren etc. Zodoende is er zicht op kinderen en collega’s.
Ook de aanwezigheid en inzet van stagiaires wordt gebruikt om het vierogen- en orenprincipe te waarborgen. Wij streven ernaar om elke dag op elke groep een stagiaire te hebben. Deze stagiaires zijn het liefst >18 jaar en uiteraard ingeschreven in het personenregister met een geldig VOG.
Daarnaast zijn er in alle leefruimtes camera’s aanwezig die continue bekeken kunnen worden door derden (directie, oudercommissie). De directie kan deze camera ook van buitenaf meekijken door middel van een app op de telefoon. Ook zijn enkele ouders in het bezit van deze app.

Open cultuur waarbij we elkaar durven aan te spreken
Wij vinden het belangrijk dat we bij (een vermoeden van) grensoverschrijdend gedrag elkaar hierop durven aan te spreken en dit bespreekbaar maken met de leidinggevende of de directie.
Tijdens de teamvergaderingen is het voorkomen van grensoverschrijdend gedrag (van kinderen en volwassenen) een onderdeel op de agenda wat regelmatig terugkomt.

Medewerkers op de groep weten van elkaar altijd waar zij zijn
De medewerkers die samen op een groep kinderen staan, weten van elkaar waar zij zijn en wat zij doen.

Kinderen en grensoverschrijdend gedrag
Een onderdeel van het pedagogisch beleid is het leren omgaan met waarden en normen. Rekening houden met elkaar en weten wat wel en niet toelaatbaar is, voor volwassenen en kinderen, vormen hierbij belangrijke aspecten.
We doen er alles aan om kinderen mondig te maken en leren ze aan te geven als zij bepaald gedrag niet wenselijk vinden.
Ook leren wij ze welk (eigen) gedrag gepast en ongepast is.
Indien er toch sprake is van ongewenst/grensoverschrijdend gedrag dat handelen wij volgens onze meldcode.

Achterwachtregeling

Indien er slechts één pedagogisch medewerker in het gehele pand aanwezig is en de beroepskracht-kindratio voldoet aan de wettelijke eisen, dan is de achterwachtregeling van toepassing. Deze regeling houdt in dat in geval van calamiteiten er een achterwacht beschikbaar is die binnen 15 minuten de kinderopvang kan bereiken.
De volgende personen zijn bereikbaar als achterwacht:
Malik Stitou Laaroussi (vader Liyam babygroep)
Sharon Stolp (ped. coach & beleidsmedewerker)

Meldcode kindermishandeling

Een meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling helpt onze medewerkers goed te reageren bij signalen van dit soort geweld.  Vanaf 1 januari 2019 is de meldcode aangepast en zijn een aantal stappen aangescherpt. Door middel van een afwegingskader moet er bepaald worden of er sprake is van acute of structurele onveiligheid.
Onze Meldcode Kindermishandeling is op alle groepen aanwezig en te alle tijden in te zien. Alle medewerkers zijn op de hoogte van de inhoud van de meldcode.

Veiligheid en privacy

Een belangrijk onderdeel binnen ons veiligheidsbeleid is het op een goede manier omgaan met en het respecteren van de privacy van kinderen, ouders en medewerkers. Om het risico op misbruik te voorkomen geven wij hier op de volgende manier vorm aan:

  • Afbeeldingen of filmbeelden van kinderen worden nooit zonder toestemming van ouders/verzorgers verspreid via het internet en/of social media.
  • Wij verstrekken geen persoonlijke informatie van medewerkers, kinderen of ouders aan andere ouders of derden zonder dat de betreffende persoon hier toestemming voor heeft gegeven.

Anti-pestprotocol

Kinderen, ouders en medewerkers moeten zich binnen het verblijf altijd veilig voelen. Voor pesterijen en treiterijen is geen ruimte. Indien niet tijdig wordt ingegrepen en het pesten langere tijd doorgaat, kunnen de gevolgen ernstig zijn. Ook veel volwassenen hebben nog last van het pestgedrag dat zij in hun jeugd meemaakten. 10 tot 15% van de kinderen bij de buitenschoolse opvang wordt gepest. Daarom hebben wij een Anti-pestprotocol ontwikkeld die het gevoel van veiligheid vergroten.

Internetprotocol

We zien steeds vaker dat kinderen middels een mobiele telefoon, tablet of computer gebruik willen maken van het internet. Soms voor hun plezier of het zoeken van informatie voor bijvoorbeeld een spreekbeurt maar ook om contacten te onderhouden met bekenden en zelfs onbekenden. Om ook de veiligheid op het web te vergroten, hebben we als onderdeel van het veiligheidsbeleid een Internet Protocol gemaakt. Ook leren wij kinderen bij het gebruik van internet dit op een verantwoorde manier te doen waarbij veiligheid en privacy voorop staan.

Kinderen leren omgaan met risico’s

Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine) veiligheidsrisico’s. Door uit te leggen waarom we met elkaar bepaalde afspraken hebben gemaakt en ze te leren hoe we risico’s op incidenten kunnen beperken, maken we onze BSO nog veiliger.
We leren kinderen:

  • dat zij niet met elektriciteit, zoals stopcontacten en snoeren mogen spelen
  • dat er binnen de gangen en groepsruimtes niet gerend mag worden
  • dat speelgoed waarmee niet (meer) gespeeld wordt, wordt opgeruimd
  • dat er niet met spullen gegooid mag worden, tenzij dit voor een activiteit gewenst is
  • dat zij goed voor zich uit moeten kijken terwijl ze lopen/rennen/steppen/fietsen en rekening houden met elkaar
  • dat zij de klim-/speeltoestellen gebruiken zoals het hoort, en geen gevaarlijk gedrag vertonen zoals hangen, springen of klimmen
  • aan te geven wanneer zij iets niet leuk of gepast vinden, en welk gedrag wel en niet gepast of gewenst is
  • dat zij niet mogen spelen op de trap en netjes achter elkaar aan moeten lopen
  • dat zij niet mogen klimmen op de hekjes, de balustrade of de kapstok
  • dat zij die zelf hete drank drinken, zoals bijvoorbeeld een kop thee, wordt geleerd dat zij hier voorzichtig mee om moeten gaan
  • dat zij in de keuken enkel de koude kraan mogen gebruiken

GEZONDHEIDSBELEID

Het gezondheidsverslag draagt bij aan het bewerkstelligen van een gezond leefmilieu voor kinderen, medewerkers en ouders binnen onze buitenschoolse opvang. In dit gezondheidsbeleid zijn de grootste risico’s en maatregelen op het gebied van gezondheid opgenomen en omschreven, om (grote) gezondheidsrisico’s zo veel mogelijk te beperken of uit te sluiten.

Voorkomen van (de verspreiding van) ziektekiemen

Het verspreiden van ziektekiemen gaat razendsnel. Als er één kind ziek is, volgen er al snel meer. En ook medewerkers en ouders zijn niet ongevoelig voor deze ziektekiemen. We doen er dan ook alles aan om onze BSO zo schoon en hygiënisch mogelijk te houden. Wij hebben hiervoor de volgende maatregelen genomen.

1)    Er worden ziektekiemen verspreid via de handen
Een goede handhygiëne is dan ook ontzettend belangrijk. We wassen onze handen:

  • Na het (helpen bij) toiletgebruik
  • Na het buitenspelen
  • Voor het bereiden van voedsel of het helpen bij het eten
  • Voor en na het aanbrengen van zalf
  • Na het verschonen van een kind
  • Na het verzorgen van wondjes
  • Na het in contact komen met lichaamsvocht zoals snot, wondvocht of bloed
  • Na contact met vuile was, afval of de afvalcontainer
  • Bij zichtbaar vieze handen

Bij het handen wassen gebruiken we vloeibare zeep en wrijven onze handen goed over elkaar.
Ook leren we kinderen hoe zij moeten zorgen voor een goede handhygiëne.
Bij verkoudheid en besmettelijke aandoeningen wordt extra aandacht aan handhygiëne besteed.
2)    Er worden ziektekiemen verspreid via onhygiënisch bereid voedsel
Omdat we binnen de BSO ook voedsel, drinken en warme maaltijden bereiden en nuttigen, houden wij ons aan de wettelijke regels die zijn opgenomen binnen de warenwet. Op deze manier beperken we het risico op besmetting of voedselvergiftiging.
Zie ook de Hygiënecode.

–     Voedsel wordt klaar gemaakt in een schone omgeving met schoon keukengerei  en

schone handen.

–     Voedsel wordt geserveerd met schoon servies en bestek.

  • Gekoelde boodschappen die zijn binnengekomen worden direct op de juiste plek opgeborgen en bewaard in een koelkast met een temperatuur die ligt tussen de

4 ºC en 7 ºC

3)      Er worden ziektekiemen verspreid door bedorven voedsel

  • Er wordt altijd gewerkt met verse producten
  • Gekoelde boodschappen die zijn binnengekomen worden direct op de juiste plek opgeborgen en bewaard in een koelkast met een temperatuur die ligt tussen de

4 ºC en 7 ºC

  • Koelproducten worden voorzien van een sticker waarop de datum van eerste gebruik staat vermeld
  • Bij producten volgen wij de bewaar- en bereidingsadviezen op de verpakking
  • Warme maaltijden worden door en door verwarmd (minimaal 75 ºC in de kern)
  • Voedsel wordt alleen bereid op de daarvoor bestemde en schone plekken
  • Gekoelde producten die langer dan 3 kwartier buiten de koelkast zijn geweest worden weggegooid
  • Bekers, borden en bestek worden na gebruik direct gespoeld en gereinigd voor het opnieuw wordt gebruikt.

 

Schone speel- en leefomgeving

Gezondheid begint bij een schone speel- en leefomgeving. Kinderen horen op te groeien in een veilige en gezonde omgeving. Hierbij is het een eerste vereiste dat de binnen- en buitenruimte van de buitenschoolse opvang schoon en hygiënisch is. De medewerkers en leidinggevende zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het schoonmaakbeleid.

 

1)    Kind verblijft in een vieze ruimte

  • We waarborgen een consequente schoonmaak door het schoonmaakschema te hanteren
  • Schoonmaken wordt gedaan met een spray met allesreiniger.
  • Zichtbaar verontreinigde ruimtes/materialen/meubels/speelgoed worden direct schoongemaakt
  • Speelgoed of oppervlakten die zijn vervuild met wondvocht, diarree of braaksel wordt eerst schoongemaakt en daarna gedesinfecteerd
  • De vloer en het meubilair wordt dagelijks schoongemaakt
  • Sanitaire ruimtes en kranen worden dagelijks schoongemaakt
  • Hoger gelegen oppervlakken worden wekelijks schoongemaakt
  • Verticale oppervlakken worden maandelijks schoongemaakt
  • Speelgoed wordt maandelijks schoongemaakt

Een gezond binnenklimaat

Het binnenmilieu is de leefomgeving binnen in een gebouw. Voor een gezond binnenmilieu zijn de volgende factoren van belang: luchtverversing (ventilatie), temperatuur en vochtbalans en de kwaliteit van de (binnen)lucht. Met name bij infectieziekten die via in de lucht zwevende kleine druppeltjes worden overgedragen is een goede ventilatie belangrijk om verspreiding van de ziekte tegen te gaan.
Daarnaast is ventilatie ook belangrijk voor het afvoeren van hinderlijke geuren en anderszins schadelijke stoffen.
1)     Kinderen verblijven in ongezond binnenklimaat
Het binnenklimaat van de groepsruimtes wordt continue gescreend door onze AirCheq-sensoren. Als de CO² of de temperatuur niet in orde is krijgen wij daar direct een melding van en handelen wij ernaar.
Er wordt zo veel en zo vaak mogelijk geventileerd.
Wij beschikken over een mechanisch ventilatiesysteem wat elke ochtend om 7.30u wordt aangezet.
Ook staan de ventilatierooster en -luiken en de deuren naar de buitenruimte zo veel als mogelijk open.
Wanneer er iets mis is met de CV, de airconditioning of de ventilatie wordt dit direct gemeld bij een leidinggevende. Deze neemt direct maatregelen om eventuele problemen te verhelpen.
Er wordt periodiek onderhoud gepleegd aan apparatuur die van invloed is op het binnenklimaat, zoals de CV installatie en het ventilatiesysteem.
We proberen ervoor te zorgen dat er binnen altijd een aangename temperatuur is van minimaal 18ºC. Het gebouw waar wij inzitten is ontzettend goed geïsoleerd waardoor de warmte best lang kan blijven hangen. We doen altijd zoveel als mogelijk om de temperatuur in de leefruimtes te reduceren door gebruik te maken van de airco en de gehele dag door te ventileren.
Bij dagen met temperaturen van 26ºC of hoger (binnen of buiten) treedt ons Hitteprotocol in werking:

  • Maak gebruik van airconditioning; ramen en deuren dienen dan gesloten te blijven
  • Overdag zo min mogelijk verlichting aan
  • Monitors van computers en ook andere warmtebronnen zo min mogelijk gebruiken
  • Zonneschermen bij zonsopgang naar beneden en bij zonsondergang omhoog
  • Geen intensieve bewegingsactiviteiten
  • Ventileer en lucht ‘s avonds en ‘s nachts het gebouw en laat de ventilatie ook aan
  • Laat kinderen en medewerkers extra drinken
  • Laat de kinderen buiten blijven als het daar koeler is dan binnen (maar voorkom zo veel mogelijk blootstelling aan direct zonlicht tussen 12:00 en 15:00 uur)
  • Zoek eventueel verkoeling met waterspelletjes en/of zwembadjes

2)   Kinderen verblijven in een stinkende ruimte

  • Er wordt niet gerookt in het bijzijn van de kinderen
  • We gebruiken geen spuitbussen als verf of haarlak in de ruimte met kinderen
  • We gebruiken geen wasbenzine, terpentine, verfafbijtmiddelen of andere chemicaliën met oplosmiddelen waar kinderen bij zijn
  • We zorgen ervoor dat sanitaire ruimtes dagelijks gereinigd worden of indien nodig tussendoor

Een gezond buitenmilieu

  • Kind wordt gebeten door teek of insect

Tekenbeten kunnen voorkomen worden door bij natuurwandelingen beschermende kleding te dragen: dichte schoenen, sokken, een lange broek en een shirt met lange mouwen. Als er toch een teek op de huid van een kind gevonden wordt, moet deze zo snel mogelijk verwijderd worden met behulp van een tekenpincet (aanwezig in de ehbo-koffer op de smurfengroep).

Wespen en bijen veroorzaken nare pijnlijke steken. Ze worden aangetrokken door zoete geuren. In de buitenruimte wordt het eten of drinken van zoetigheid beperkt tot minimaal. Wanneer een kind toch door een bij/wesp gestoken wordt, wordt direct de angel verwijderd en het gif uitgezogen. Daarna leggen we eventueel een coldpack op het wondje, ter verkoeling en verzachting van de pijn. Soms treedt na een wespen – of bijensteek een heftige allergische reactie op (zwelling, ernstige benauwdheid, verwardheid en/ of bewusteloosheid). We zijn hier alert op en waarschuwen in dat geval de ouders en in ernstige gevallen ook een arts en/of ambulance.
2)    Kind komt in contact met dieren
Het kan zijn dat kinderen (buiten of tijdens uitstapjes) in aanraking komen met dieren. We zorgen er altijd voor dat dit onder begeleiding van een medewerker gebeurt. Deze is er alert op dat een kind niet gebeten of gekrabd wordt door een dier, bijvoorbeeld bij een bezoek aan de kinderboerderij. Na afloop worden altijd de handen gewassen.
3)    Kind verdrinkt in zwembadje of zwemt in vervuilt water

Zwembadjes worden bij zeer warm weer veel gebruikt door de kleintjes. Om af te koelen en om lekker met water te spelen. Onze buitenruimte leent zich daar goed voor omdat het helemaal afgesloten is. Stilstaand water in combinatie met warmte brengt echter risico’s mee zich mee.

  • Zorg voor permanente toezicht
  • De badjes worden na dagelijks gebruik gereinigd
  • Voor het vullen van de badjes wordt water van drink-kwaliteit gebruikt
  • Er wordt juist speelgoed gebruikt; goed materiaal, goed te reinigen, niet te gebruiken als “drinkbeker” voor de kinderen
  • Er wordt niet gegeten of gedronken in het zwembadje

4)    Kind verbrand door de zon en krijgt zonnesteek
Als de kinderen in de zomer gaan buitenspelen worden zij van te voren ingesmeerd met een zonnebrandcrème met minimaal factor 30.
Er wordt gezorgd voor voldoende schaduwplekken en bij hoge temperaturen zorgen we dat de kinderen extra drinken aangeboden krijgen.
Er wordt op gelet dat kinderen niet te lang in de felle zon spelen.
Wanneer blijkt dat kinderen het te warm krijgen, gaan wij naar binnen. Dit alles om de kans op uitdroging of een zonnesteek te voorkomen.
Er wordt gezorgd dat de kinderen niet te warm of te koud (op frissere dagen) zijn aangekleed.

Zieke kinderen

Een kind dat ziek is moet in onze ogen thuis te blijven. Een ziek kind heeft behoefte aan rust en zal op de BSO niet de aandacht kunnen krijgen die het op dat moment nodig heeft.
Onder ziek verstaan wij bijvoorbeeld koorts of een zeer besmettelijke ziekte.

Wij handelen over het algemeen volgens de richtlijnen van het GGD maar vooral vanuit de behoeften van het kind.
Meer informatie over (infectie)ziekten hier:
http://www.ggd.amsterdam.nl/infectieziekten/infectieziekten/informatie-kindercen/
Bij twijfel kan altijd gebeld worden met de GGD, afdeling Infectieziekten: 020-5555337.

Mocht het kind op de BSO ziek worden (bijv. 38 ºC koorts), dan zullen de ouders hiervan op de hoogte gesteld worden. Wel bekijken wij de situatie per keer en per kind. Een kind kan ook zonder koorts niet lekker in zijn vel zitten, of wel koorts hebben maar gewoon zichzelf zijn.
Soms laten we het kind nog even een uurtje spelen of slapen. Is de koorts daarna gestegen dan moet het kind toch opgehaald worden.  Onze pedagogisch medewerkers zullen altijd pas na overleg met collega(’s) of leidinggevende beslissen om de ouders te bellen. Het kind dient dan z.s.m. opgehaald te worden.
Het is belangrijk dat de pedagogisch medewerkers door de ouders/verzorgers op de hoogte worden gesteld wanneer een kind in het weekend of de nacht ervoor ziek is geweest, zodat hier rekening mee gehouden kan worden.

Medisch handelen

1)     Kinderen krijgen verkeerde medicatie toegediend
Kinderen krijgen alleen medicijnen toegediend als:

  • Hiervoor de Overeenkomst gebruik geneesmiddelen is ingevuld en ondertekend door de ouder
  • De medicijnen in de originele verpakking met bijsluiter zit
  • De pedagogisch medewerkers ervoor zorgen dat zij precies weten hoe de medicatie moet worden toegediend
  • Er wordt vast gelegd wie de medicijnen aan het kind geeft. Het liefst de pedagogisch medewerker die de medicijnen heeft aangenomen van de ouder.
  • Kinderen krijgen geen paracetamol/zetpillen toegediend zonder medische indicatie (bijvoorbeeld in het geval van koortsstuipen)

2)    Medicatie wordt verkeerd toegediend

  • Medicatie toedienen gebeurt niet door stagiaires
  • Medicatie toedienen gebeurt met schone handen in een schone omgeving
  • Gun het kind privacy als het daar behoefte aan heeft
  • Bij het anaal opnemen van de koorts wordt ervoor gezorgd dat de thermometer voor en na het gebruik wordt gedesinfecteerd
  • Draag bij wondverzorging of contact met bloed en wondvocht, altijd wegwerphandschoentjes, en gooi deze na het gebruik direct weg

3)    Er is niet voldoende EHBO-materiaal aanwezig

Op de smurfengroep is een volledig complete verbandtrommel aanwezig, met daarin alle eventuele benodigde spullen voor het geven van eerste hulp (denk aan; pleisters, verbandjes, tekentang, etc.). Pleisters of verband wordt zo nodig vervangen

Textiel

Dagelijks produceren alle groepen bij elkaar best wat was. Er is een rooster de was wie er wanneer verantwoordelijk is voor de dagelijkse was, en het draaien, drogen en vouwen ervan. Op het moment dat er een afwezige medewerker is wordt dit overgenomen door de inval.
Textiel met bloed, diarree, wondvocht of braaksel moet te alle tijden direct gewassen worden op 60ºC. Textiel dat niet heet gewassen kan worden maar wel is vervuild met wondvocht, diarree of braaksel wordt op een andere manier grondig gereinigd, bijvoorbeeld door een professioneel reinigingsbedrijf.

1)    Er wordt schoon gemaakt met vieze keukendoeken
Elke dag wordt er een schone handdoek en theedoek gebruikt. In vakantieperiode 2x per dag; ochtend en middag.

Vaatdoeken moeten na elk gebruik in de was gegooid worden

Keukendoeken worden gewassen op minimaal 60 ºC.
2)    Kind verblijft in een ruimte met ongewassen textiel
Aanwezige textiel moeten wekelijks gewassen worden. Wassen op 40 ºC en het moet direct uitgehangen worden om te drogen. Deze mogen absoluut niet in de droger.
Aanwezige knuffels of ander soort zacht speelgoed wordt gewassen op 40 ºC en daarna uit gehangen.
Vloerkleden worden dagelijks gereinigd (stofzuigen).
Verkleedkleding wordt maandelijks gewassen op 40 ºC en daarna uit gehangen.

Allergieën

Ouders worden verzocht om aanwezige allergieën altijd te melden. We proberen kinderen niet of zo min mogelijk in aanraking te laten komen met stoffen die een allergische reactie kunnen veroorzaken. Uiteraard houden wij ook rekening met voedselallergie. Als een kind een allergische reactie vertoont overleggen wij met de ouder hoe te handelen. Medewerkers worden hier dan van op de hoogte gesteld en ook de medewerkers die de warme maaltijden verzorgen houden hier rekening mee.

Kinderen leren omgaan met risico’s

Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine) gezondheidsrisico’s. Door uit te leggen waarom we met elkaar bepaalde afspraken hebben gemaakt en ze te leren hoe we risico’s kunnen beperken, maken we onze BSO nog gezonder. We leren kinderen:

  • wanneer en hoe zij hun handen goed moeten wassen
  • dat zij niet richting een ander niezen of hoesten en dit met de hand voor de mond of in de elleboog
  • dat zij in het bijzijn van een wesp of bij niet om zich heen gaan slaan maar rustig blijven
  • dat zij geen water mogen drinken uit het zwembadje