Versie: Mei 2022

Inleiding

KDV & BSO Ons Dorpje Tussenmeer BV, gevestigd aan de Tussen Meer 70,  is in januari 2010 geopend. Over het gehele pand worden dagelijks maximaal 77 kinderen opgevangen, in de leeftijd van 0 tot 12 jaar. De kinderen kunnen maximaal 11 uur per dag opgevangen worden, tijdens de openingstijden van 7.30u tot 18.30u.

Onze kinderopvang 0 – 4 jaar heeft de volgende groepsindeling:

  • Babygroep de Zonnetjes: 0 tot 1,5 jaar
  • Voorschoolgroep de Bijtjes: 1,5 jaar tot 2,5 jaar
  • Voorschoolgroep de Vlindertjes: 2,5 tot 4 jaar
  • Voorschoolgroep de Lieveheersbeestjes: 2 tot 4 jaar

 

Het veiligheids- en gezondheidsbeleid is om kinderen, medewerkers en ouders een veilige en gezonde speel- en leefomgeving te bieden waarbij eventuele risico’s tot een minimum beperkt worden. Het beleid is een continue proces van het vormen, implementeren, evalueren en actualiseren. De kwaliteitscoördinator welke verantwoordelijk is voor het beleid speelt hierin een grote rol. Zij zorgt ervoor dat het up-to-date blijft. Maar ook de rol van de beroepskracht is hierin essentieel. Samen met hun wordt het beleid elk kwartaal tijdens de teamvergadering geëvalueerd: zijn er aandachtspunten of wijzigingen? Zijn er veranderde/nieuwe risico’s en wat zijn deze risico’s, of nemen bepaalde risico’s juist af? Zijn er ongevallen geregistreerd en moet het beleid hierop worden aangepast? Zo zorg je er samen als team voor dat het beleid te alle tijden actueel is en blijft.
Wijzigingen in het veiligheids- en gezondheidsbeleid worden altijd besproken met de oudercommissie en schriftelijk door gespeeld naar alle beroepskrachten. Op de website staat altijd het meest recente beleid, en ook ligt op elke groep een exemplaar welke inzichtelijk is voor zowel medewerkers als ouders.
We kunnen met dit plan niet alle incidenten voorkomen. Er kan altijd iets misgaan. Daarom vinden wij het belangrijk dat we naast een actueel beleid ook kinderen leren om op een goede manier met risico’s om te gaan. Het zijn leermomenten die zij ook thuis kunnen toepassen.

Kwaliteitscoördinator

Om het beleid op het gebied van veiligheid en gezondheid te bewaken hebben wij een coördinator die de kwaliteit op het gebied van het beleid en de uitvoering van dit beleid controleert, bijstelt en handhaaft. De kwaliteitscoördinator bij ons kinderverblijf is de beleidsmedewerker Sharon Stolp in samenwerking met Letseline Jansen.

 

VEILIGHEIDSBELEID

Het veiligheidsverslag is een beknopte en overzichtelijke samenvatting van alles wat er binnen het kinderdagverblijf op het gebied van veiligheid kan gebeuren. Het is een levend document dat bij bijzonderheden zoals een verbouwing, verandering van de inrichting of na een incident kan worden aangepast. In dit beleid zijn de grootste risico’s en maatregelen op het gebied van veiligheid opgenomen.

Risico’s en maatregelen algemeen

  • Kind komt met vingers tussen de deur

Alle deuren die een risico vormen zijn beveiligd middels veiligheids-strips. Deze worden maandelijks gecontroleerd op beschadigingen en werking. Indien nodig worden deze vervangen.
2)    Kind komt in aanraking met elektriciteit
Stopcontacten binnen onze kinderopvang zijn geaard en vormen geen gevaar.
Daarnaast voorkomen wij zoveel mogelijk de aanwezigheid van losse snoeren.
Elektrische apparaten worden buiten handbereik geplaatst.
Indien een kind toch in aanraking komt met elektriciteit wordt direct het alarmnummer 112 gebeld. Eventuele andere kinderen worden naar een andere ruimte verplaatst. Er wordt een EHBO’er bij geroepen en deze handelt tot de professionele hulpverleners er zijn. Daarna worden de ouders/verzorgers ingelicht.
3)    Struikelen en uitglijden
Om te voorkomen dat kinderen, medewerkers of ouders struikelen of uitglijden zorgen we ervoor dat er open speelruimtes zijn gecreëerd waarbij vaste meubels niet in het looppad of centraal in de speelruimte worden geplaatst.
Er wordt niet gedweild in het bijzijn van lopende of kruipende kinderen, natte plekken op de vloer worden direct drooggemaakt en speelgoed dat niet gebruikt wordt moet worden opgeruimd.
In de speel- en leefruimtes mag er niet worden gerend.
4)    Bezeren aan oneffenheden in muren en meubilair
Bij oneffenheden als uitstekende delen of splinters wordt direct actie ondernomen. Oneffenheden worden verwijderd of meubilair wordt hersteld.
De omgeving en de meubels dienen degelijk en veilig te zijn.
5)    Kind valt door glazen ruit
Alle ramen die een risico vormen waarbij kinderen door de ruit kunnen vallen, zijn voorzien van veiligheidsglas of veiligheidsfolie.
Daarnaast hebben wij afspraken met de kinderen gemaakt om het risico op incidenten te minimaliseren door niet te gooien met spullen en te rennen in de groeps- en leefruimtes.
6)   Kind komt in aanraking met chemische middelen of medicijnen
Schoonmaakmiddelen, medicijnen of andere chemische (gevaarlijke) producten worden buiten het bereik van kinderen opgeborgen (hoog en/of afgesloten).
Ook hebben wij de afspraak gemaakt dat de tassen van medewerkers en ouders buiten het bereik van kinderen moeten worden geplaatst/opgeborgen.
Indien een kind in aanraking is geweest met chemische middelen of medicijnen wordt te alle tijden direct het alarmnummer 112 gebeld. Deze zullen telefonisch direct advies geven wat te doen totdat de professionele hulpverleners er zijn.
7)    Kind rent ongezien naar buiten / kind wordt vermist
Het grootste risico dat een kind vermist wordt is tijdens breng- en haalmomenten. Wij zijn er erg alert dat de deuren en hekjes naar de buitenruimtes of andere ruimtes te alle tijden gesloten zijn.
Ook zijn er afspraken gemaakt met de ouders of verzorgers wie de kinderen wel of niet mogen ophalen. Zonder nadrukkelijke toestemming van de ouders wordt een kind nooit aan een ander persoon (dan is afgesproken) meegegeven.
Daarnaast zorgen we ervoor dat er conform de wettelijke eis voldoende pedagogisch medewerkers aanwezig zijn die toezicht houden. Zij weten altijd welke en hoeveel kinderen er in de groep aanwezig zijn. Dit geldt ook voor uitstapjes die we met de kinderen maken.
Indien een kind toch wordt vermist, treedt het protocol Vermissing kind in werking.
8)   Een kind verbrandt zichzelf
Hete dranken worden niet in het directe bijzijn van kinderen genuttigd of geplaatst.
Hete dranken worden altijd op een zo veilig mogelijke plek buiten handbereik van de kinderen geplaatst.
Alle warm/heet waterkranen zijn niet toegankelijk voor de kinderen binnen ons KDV.
Indien een kind in aanraking is geweest met kokend water wordt te alle tijden direct de brandwond gespoeld met lauw stromend water. Het alarmnummer 112 kan worden gebeld, zij zullen telefonisch direct advies geven wat te doen totdat eventueel de professionele hulpverleners er zijn.
9)   Kind stopt klein materiaal in de mond, neus en oren
Wij zijn alert op kleine voorwerpen als kraaltjes, steentje, propjes etc. op de grond en verwijder deze direct.
Eventueel afval op de grond direct verwijderen en weggooien.

Entree / Trappenhuis / Gang

1)     Kind valt van de trap
Kinderen zijn nooit zonder begeleiding aanwezig in de entree en gaan nooit alleen naar boven (voor bijvoorbeeld een activiteit).
Het hekje naar boven dient altijd gesloten te zijn op het moment dat er kinderen aanwezig zijn in de entree.
Kinderen mogen niet spelen op de trap en dienen rustig de trap op en af te lopen.

2)    Uitgangen zijn niet toegankelijk

In verband met de brandveiligheid zorgen we er altijd voor dat de gangpaden toegankelijk zijn en de nooduitgangen goed bereikbaar zijn.
Aan ouders wordt gevraagd de kinderwagens en buggy’s zodanig te plaatsen en eventueel in te klappen, zodat ze geen belemmering vormen voor de doorgang

Opbergruimte, meterkast

1)    Kind komt in aanraking met chemische middelen of medicijnen
Kinderen hebben geen toegang tot de opbergruimte en de meterkast. Deze zijn afgesloten om te voorkomen dat kinderen in aanraking komen met onder andere chemische stoffen.

Keuken

1)   Kind verwondt zich aan mes of schaar
Kinderen hebben geen toegang tot messen en grote scharen. Deze liggen hoog en/of afgesloten om te voorkomen dat kinderen zich eraan verwonden.
2)   Kind trekt plastic zak over het hoofd
Plastic zakjes worden altijd buiten het bereik van kinderen opgeborgen.

Groeps- /leefruimtes algemeen

1)    Kind bezeert zich aan speelgoed
Het speelgoed is afgestemd op de juiste leeftijdsgroep en dient veilig te zijn.
Kapot speelgoed wordt weg gegooid of gerepareerd.
2)    Kind krijgt koordje om de nek
Koordjes van truien/jassen/vesten worden verwijderd of opgerold/opgebonden.
Aan speelgoed zitten geen lange koorden i.v.m. verstikkingsgevaar.
Er mogen geen fopspeenkettingen worden gebruikt in bed
3)   Speengedeelte wordt van fopspeen afgebeten en kind krijgt deze achter in de keel
De fopspenen van de kinderen worden wekelijks gecontroleerd op scheurtjes of beschadigingen. Fopspenen met scheurtjes of beschadigingen worden niet meer aan het kind gegeven.
4)   Kind valt uit een kinderstoel/bank
Kinderen zitten nooit los en/of zonder toezicht aan tafel.
Beweeglijke kinderen dienen altijd naast een medewerker te zitten om deze extra in de gaten te kunnen houden.
Voor baby’s die net kunnen zitten wordt een zit-verkleiner gebruikt en voor de grotere beweeglijke dreumesjes worden riempjes gebruikt.
5)   Kind is niet veilig doordat een onbekende ongewenst de ruimte inkomt
Bij de intake geven de ouders aan wie hun kinderen wel en eventueel niet mogen ophalen en daar moeten wij ons te alle tijden aan houden. Als een ander dan aangegeven het kind komt ophalen wordt het niet meegegeven maar nemen wij eerst contact op met de ouder.
Als er wordt aangebeld wordt er pas open gedaan na het zeggen van de naam en wie er opgehaald wordt.
Ouders worden geïnstrueerd om geen onbekenden binnen te laten als ze eventueel achter hun aan lopen, en de deur goed achter zich te sluiten.
Mocht een vreemde toch binnen zijn gekomen, dan wordt er een leidinggevende bij gehaald en zij zal deze persoon vriendelijk verzoeken het pand te verlaten. Mocht deze persoon dit niet willen en/of vertoont hij risicovol gedrag, dan bellen wij het alarmnummer 112.

Groeps- /leefruimte de Zonnetjes

1)    Kind valt van de aankleedtafel
Kinderen zijn altijd onder begeleiding op de aankleedtafel en mogen absoluut niet alleen gelaten worden.
2)    Kind valt uit box
De opstaande rand van de box is ruim voldoende voor de lengte van de grootste kinderen op de Zonnetjes.
De box dient altijd goed te worden afgesloten en opstapmogelijkheden in de box dienen direct verwijderd te worden.
3)    Kind verslikt zich/stikt in voeding
Stukjes appel worden niet gegeven aan kinderen onder de 1,5 jaar.
Bij de allerkleinsten wordt het eten goed gepureerd.

Groeps- /leefruimte de Bijtjes + sanitaire ruimte

1)   Kind klautert op een onbewaakt moment op de aankleedtafel en valt eraf
Het trappetje in de aankleedtafel wordt gebruikt om de kindjes onder begeleiding op en van de commode te helpen. Als het niet gebruikt wordt, dient deze direct terug onder de commode te worden geschoven.
Kinderen mogen onder geen beding alleen gelaten worden op de commode.

Groeps- /leefruimte de Vlindertjes + sanitaire ruimte

1)   Kind valt uit het speelhuis
Er mag alleen worden gespeeld in het speelhuis bij de aanwezigheid van twee of meer medewerkers op de groep en onder strikte oplettendheid.
Kinderen dienen rustig het trappetje op en af te lopen.
Opstapmogelijkheden in het speelhuis worden verwijderd.
2)   De buitendeur wordt geopend om te ventileren en een kind ontsnapt
Het openen van een buitendeur kan noodzakelijk zijn om de groepen optimaal te ventileren, bijvoorbeeld wanneer de CO²
Bij het openen van een buitendeur zit altijd een medewerker bij de deuropening op het moment dat er kinderen in dezelfde ruimte aanwezig zijn. Als er geen kinderen aanwezig zijn in de ruimte dan wordt de open deur gebarricadeerd en houdt een medewerker van de (dichtstbijzijnde) groep toezicht op de deur.

Slaapruimtes

1)    Kind raakt verstrikt in het snoer van de babyfoon
Het snoer van de babyfoon dient altijd buiten het bereik van de kinderen te zijn. Dus opgerold en uit het zicht.
2)    Kind zakt door bedbodem heen
De dubbele hoogslapers zijn zeer stevig en gemaakt voor het intensieve gebruik in de kinderopvang.
Kinderen mogen niet springen in de bedjes en worden na het ontwaken zo snel als mogelijk uit bed gehaald om dit te voorkomen.
3)    Kind overlijdt aan wiegendood
De temperatuur in de slaapruimte is altijd comfortabel. Onder andere hiermee willen we het risico op wiegendood minimaliseren. Zie ook het gezondheidsbeleid.

Buitenruimte

1)    Kind valt van de trap
Kinderen mogen nooit zonder begeleiding de trap op en af.
Kinderen mogen niet spelen nabij de trap.
2)    Kind valt/struikelt over object of ander kind
De speelplaats beschikt over voldoende speel- en loopruimte.
Aan kinderen wordt geleerd om goed te kijken waar je loopt/rent/fietst.
3)    Kind raakt betrokken bij een ongeval bij een uitstapje buiten de deur
Wij maken met de peuters geregeld uitstapjes buiten de deur, soms met de 7- en 9 persoonsbusjes van de BSO. Om dit verantwoord en veilig te laten verlopen hebben wij het protocol Veilig vervoer opgesteld.
4)    Kind valt van speeltoestel
In de buitenruimte bevinden zich enkel speeltoestellen welke geschikt zijn voor de leeftijd van de kinderen.
Bij kinderen tot ongeveer 1,5 jaar is het wenselijk dat ze onder begeleiding van een medewerker op het speeltoestel gaan.
Aan kinderen wordt geleerd hoe het speeltoestel te gebruiken om ongelukken zoveel als mogelijk te voorkomen.
5)   Kind verdrinkt in een opblaaszwembadje
Als tijdens de warme zomerdagen de zwembadjes gevuld zijn en in de buitenruimte staan, zit er constant iemand naast het zwembadje. Onder geen beding mogen de kinderen alleen gelaten worden. Zie ook het gezondheidsbeleid.
Indien een kind toch verdrinkt dan wordt direct het alarmnummer 112 gebeld en er wordt een EHBO’er bij gehaald. Deze schat de situatie in en handelt ernaar, totdat de professionele hulpverleners er zijn.
6)   Kind droogt uit
Bij hoge temperaturen wordt onder andere extra drinken aangeboden aan alle kinderen en de inspanning wordt aangepast. Zie ook ons Hitteprotocol.
7)   Kind krijgt zonnesteek/verbrand door de zon
Bij extreme hitte beperken we de duur van het buiten spelen en vermijden we grote inspanning.
Kinderen onder de één jaar worden tijdens hitte helemaal niet bloot gesteld aan direct zonlicht.
Tussen 12.00u en 15.00u is de zon dan te fel en wordt er niet buiten in de zon gespeeld.
Als de zon schijnt van april tot oktober worden alle kinderen ingesmeerd met zonnebrand minimaal factor 30.
8)   Kind bezeert zich aan zwerfafval
Ongeveer twee maal per week (afhankelijk van het weer) wordt de buitenruimte gecontroleerd op zwerfafval of andere zaken die een risico vormen voor de veiligheid en/of gezondheid van kinderen. Omdat het een binnenplaats betreft en enkel bewoners van de flat toegang hebben tot de galerijen, hebben wij nauwelijks tot geen last van zwerfafval. Hoogstens een wat papiertjes of een stapel bladeren.

Brandveiligheid

Hieronder beschrijven wij naast de algemene risico’s en maatregelen de veiligheidsrisico’s en maatregelen die wij hebben genomen met betrekking tot de brandveiligheid van het verblijf.

  • We maken geen gebruik van kaarsen
  • Decoratiemateriaal of knutsels van kinderen zijn zoveel mogelijk aan de zijkanten (muren) van het verblijf bevestigd of geïmpregneerd / brandvertragend gemaakt
  • Alle aanwezige brandblusmiddelen en installaties worden conform de wettelijk eis periodiek gecontroleerd en gekeurd
  • Minimaal 1 maal per jaar organiseren wij een ontruimingsoefening zodat medewerkers en kinderen weten wat zij moeten doen bij een (indicatie van) brand
  • In het pand is er altijd een medewerker aanwezig die in het bezit is van een geldig Kinder-EHBO en indien nodig BHV certificaat
  • Gangpaden en nooduitgangen zijn altijd goed doorgaanbaar. Eventuele obstakels worden direct verwijderd. Buggy’s en kinderwagens dienen aan de kant te worden gezet of te worden ingeklapt.

(Voorkomen van) grensoverschrijdend gedrag

Hieronder beschrijven wij de maatregelen die wij hebben genomen met betrekking tot het risico van grensoverschrijdend gedrag. In dit beleid staat  hoe wij het risico op grensoverschrijdend gedrag door zowel aanwezige volwassenen als kinderen zo veel als mogelijk willen beperken.

Het vierogen- en orenprincipe
Onze kinderopvang organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de pedagogisch medewerker de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl zij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
De locatie is zoveel mogelijk transparant gemaakt d.m.v. ramen tussen groepsruimtes en gang, glas in deuren etc. Zodoende is er zicht op kinderen en collega’s. Ook de aanwezigheid en inzet van stagiaires wordt gebruikt om het vierogen- en orenprincipe te waarborgen. Wij streven ernaar om elke dag op elke groep een stagiaire te hebben. Deze stagiaires zijn het liefst >18 jaar en uiteraard ingeschreven in het personenregister met een VOG.
Daarnaast zijn er in alle leefruimtes camera’s aanwezig die continue bekeken kunnen worden door derden (directie, oudercommissie). De directie kan deze camera ook van buitenaf meekijken door middel van een app op de telefoon. Ook zijn enkele ouders in het bezit van deze app.

Open cultuur waarbij we elkaar durven aan te spreken
Wij vinden het belangrijk dat we bij (een vermoeden van) grensoverschrijdend gedrag elkaar hierop durven aan te spreken en dit bespreekbaar maken met de leidinggevende of de directie. Tijdens de teamvergaderingen is het voorkomen van grensoverschrijdend gedrag (van kinderen en volwassenen) een onderdeel op de agenda wat regelmatig terugkomt.

Medewerkers op de groep weten van elkaar altijd waar zij zijn
De medewerkers die samen op een groep kinderen staan, weten van elkaar waar zij zijn en wat zij doen.

Kinderen en grensoverschrijdend gedrag
Een onderdeel van het pedagogisch beleid is het leren omgaan met waarden en normen. Rekening houden met elkaar en weten wat wel en niet toelaatbaar is, voor volwassenen en kinderen, vormen hierbij belangrijke aspecten. We doen er alles aan om kinderen mondig te maken en leren ze aan te geven als zij bepaald gedrag niet wenselijk vinden. Ook leren wij ze welk (eigen) gedrag gepast en ongepast is. Indien er toch sprake is van ongewenst/grensoverschrijdend gedrag dat handelen wij volgens onze meldcode.

Achterwachtregeling

Als het tijdens de openingsuren mogelijk is dat er slechts één pedagogisch medewerker aanwezig is, moet er een achterwachtregeling zijn. De achterwacht is een volwassene die telefonisch bereikbaar is en die binnen vijftien minuten in het kinderdagverblijf aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit. In de situatie dat er slechts één pedagogisch medewerker aanwezig is in het kindercentrum vanwege de drie-uursregeling, is een achterwacht niet voldoende. Op dat moment dient er een andere volwassene aanwezig te zijn in het kindercentrum.
De volgende personen zijn bereikbaar als achterwacht:
Malik Stitou Laaroussi (vader van Liyam Stitou)
Sharon Stolp (ped. coach & beleidsmedewerker)

Meldcode kindermishandeling

Een meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling helpt onze medewerkers goed te reageren bij signalen van dit soort geweld.  Vanaf 1 januari 2019 is de meldcode aangepast en zijn een aantal stappen aangescherpt. Door middel van een afwegingskader moet er bepaald worden of er sprake is van acute of structurele onveiligheid.
Onze Meldcode Kindermishandeling is op alle groepen aanwezig en te alle tijden in te zien. Alle medewerkers zijn op de hoogte van de inhoud van de meldcode.

Veiligheid en privacy

Een belangrijk onderdeel binnen ons veiligheidsbeleid is het op een goede manier omgaan met en het respecteren van de privacy van kinderen, ouders en medewerkers. Om het risico op misbruik te voorkomen geven wij hier op de volgende manier vorm aan:

  • Afbeeldingen of filmbeelden van kinderen worden nooit zonder toestemming van ouders/verzorgers verspreid via het internet en/of social media.
  • Wij verstrekken geen persoonlijke informatie van medewerkers, kinderen of ouders aan andere ouders of derden zonder dat de betreffende persoon hier toestemming voor heeft gegeven.

Kinderen leren omgaan met risico’s

Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine) veiligheidsrisico’s. Door uit te leggen waarom we met elkaar bepaalde afspraken hebben gemaakt en ze te leren hoe we risico’s op incidenten kunnen beperken, maken we ons kinderdagverblijf nog veiliger. We leren kinderen:

  • dat zij niet met elektriciteit, zoals stopcontacten en snoeren mogen spelen
  • dat er binnen de gangen en groepsruimten niet gerend mag worden
  • dat speelgoed waarmee niet (meer) gespeeld wordt, wordt opgeruimd
  • dat er niet met spullen gegooid mag worden, tenzij dit voor een activiteit gewenst is
  • dat zij goed voor zich uit moeten kijken terwijl ze lopen/rennen/steppen/fietsen en rekening houden met elkaar
  • dat zij de speeltoestellen/het speelhuisje gebruiken zoals het hoort, en geen gevaarlijk gedrag vertonen zoals hangen, springen of klimmen
  • aan te geven wanneer zij iets niet leuk of gepast vinden, en welk gedrag wel en niet gepast of gewenst is
  • dat zij niet in de volgende ruimten mogen komen: de keuken, opbergruimte, meterkast
  • dat zij niet mogen spelen op de trap en netjes achter elkaar aan moeten lopen
  • dat zij netjes op hun billen aan tafel moeten blijven zitten. Niet draaien/staan/klimmen op tafel
  • dat zij aan tafel mogen praten maar zonder volle mond en niet proppen

GEZONDHEIDSBELEID

Het gezondheidsverslag draagt bij aan het bewerkstelligen van een gezond leefmilieu voor kinderen, medewerkers en ouders binnen ons kinderdagverblijf. In dit gezondheidsbeleid zijn de grootste risico’s en maatregelen op het gebied van gezondheid opgenomen en omschreven, om (grote) gezondheidsrisico’s zo veel mogelijk te beperken of uit te sluiten.

Voorkomen van (de verspreiding van) ziektekiemen

Het verspreiden van ziektekiemen gaat razendsnel. Als er één kind ziek is, volgen er al snel meer. En ook medewerkers en ouders zijn niet ongevoelig voor deze ziektekiemen. We doen er dan ook alles aan om ons kinderdagverblijf zo schoon en hygiënisch mogelijk te houden. Wij hebben hiervoor de volgende maatregelen genomen.

1)    Er worden ziektekiemen verspreid via de handen
Een goede handhygiëne is dan ook ontzettend belangrijk. We wassen onze handen:

  • Na het (helpen bij) toiletgebruik
  • Na het buitenspelen
  • Voor het bereiden van voedsel of het helpen bij het eten
  • Voor en na het aanbrengen van zalf
  • Na het verschonen van een kind
  • Voor en na het verzorgen van wondjes
  • Na het in contact komen met lichaamsvocht zoals snot, wondvocht of bloed
  • Na contact met vuile was, afval of de afvalcontainer
  • Bij zichtbaar vieze handen

Bij het handen wassen gebruiken we vloeibare zeep en wrijven onze handen goed over elkaar. Ook leren we kinderen hoe zij moeten zorgen voor een goede handhygiëne.
Het schoonmaken van de handjes van de kleinere kindjes kan met een wegwerpwashandje met wat zeep of wasgel erop. Elk kind heeft een eigen washandje welke direct na gebruik wordt weg gegooid.
Bij verkoudheid en besmettelijke aandoeningen wordt extra aandacht aan handhygiëne besteed.
2)    Er worden ziektekiemen verspreid via onhygiënisch bereid voedsel
Omdat we binnen het KDV ook voedsel, drinken en warme maaltijden bereiden en nuttigen, houden wij ons aan de wettelijke regels die zijn opgenomen binnen de warenwet. Op deze manier beperken we het risico op besmetting of voedselvergiftiging. Zie ook de Hygiënecode.

  • Voedsel wordt klaar gemaakt in een schone omgeving met schoon keukengerei en schone handen
  • Voedsel wordt geserveerd met schoon servies en bestek
  • Bij flesvoeding krijgt ieder kind zijn eigen fles
  • Flessen en spenen worden twee maal per week uitgekookt
  • Flesvoeding voor kinderen tot 1 jaar wordt gemaakt met afgekoeld gekookt water
  • Meegebrachte moedermelk wordt op de dag van aanleveren opgemaakt
  • Overgebleven moedermelk wordt weggegooid
  • Ingevroren moedermelk wordt maximaal 3 maanden in de vriezer bewaard
  • Moedermelk wordt in de koelkast ontdooid
  • Eenmaal ontdooide moedermelk wordt van datum & tijd voorzien, en binnen 24 uur verstrekt
  • Eenmaal ontdooide moedermelk wordt niet meer ingevroren

3)   Er worden ziektekiemen verspreid door bedorven voedsel

  • Er wordt altijd gewerkt met verse producten
  • Gekoelde boodschappen die zijn binnengekomen worden direct op de juiste plek opgeborgen en bewaard in een koelkast met een temperatuur die ligt tussen de 4 ºC en 7 ºC
  • Koelproducten worden voorzien van een sticker waarop de datum van eerste gebruik staat vermeld
  • Bij producten volgen wij de bewaar- en bereidingsadviezen op de verpakking
  • Warme maaltijden worden door en door verwarmd (minimaal 75 ºC in de kern)
  • Voedsel en flesvoeding worden alleen bereid op de daarvoor bestemde en schone plekken
  • Gekoelde producten en bereide (fles)voeding die langer dan 3 kwartier buiten de koelkast zijn geweest worden weggegooid
  • Restjes (fles)voeding worden nooit meer dan eenmaal opgewarmd en opnieuw aangeboden
  • Flessen, bekers, borden en bestek worden na gebruik direct gespoeld en gereinigd voor het opnieuw wordt gebruikt.

4)      Er worden ziektekiemen verspreid via fopspenen

  • Fopspenen worden gescheiden bewaard, bijvoorbeeld in de mandjes van het kindje zelf
  • Fopspenen die op de grond zijn gevallen, worden eerst afgespoeld onder de kraan voor het weer gebruikt kan worden
  • Fopspenen die in de mond van een ander kind zijn geweest, worden eerst uitgekookt

5)     Er worden ziektekiemen verspreid via vieze tandenborstels
Op de Bijtjes en de Vlindertjes wordt twee maal per week de tanden gepoetst, namelijk op de dinsdag en de donderdag na de lunch. Elk kind heeft zijn of haar eigen tandenborstel en eigen beker, duidelijk voorzien van naam. Na gebruik worden de tandenborstels goed uitgespoeld, droog geslagen, rechtopstaand en apart van elkaar bewaard. De bekers worden wekelijks gereinigd en de tandenborstels worden 1x per 4 maanden vervangen, bij zichtbaar vuil vaker.
Het poetsen van de tanden van de kinderen zien wij als een activiteit en niet met als doel de tanden grondig schoon te maken. Na poetsen door de medewerkers vinden wij dan ook niet nodig.

 

Schone speel- en leefomgeving

Gezondheid begint bij een schone speel- en leefomgeving. Kinderen horen op te groeien in een veilige en gezonde omgeving. Hierbij is het een eerste vereiste dat de binnen- en buitenruimte van het kinderdagverblijf schoon en hygiënisch is. De medewerkers en leidinggevende zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het schoonmaakbeleid.

 

1)    Kind verblijft in een vieze ruimte

  • We waarborgen een consequente schoonmaak door het schoonmaakschema te hanteren
  • Schoonmaken wordt gedaan met een spray met water en aangelengde allesreiniger. Dit wordt dagelijks ververst door de vroege dienst.
  • Zichtbaar verontreinigde ruimtes/materialen/meubels/speelgoed worden direct schoongemaakt
  • Speelgoed of oppervlakten die zijn vervuild met wondvocht, diarree of braaksel wordt eerst schoongemaakt en daarna gedesinfecteerd
  • Speelgoed dat door baby’s in de mond is gedaan, of gebruikt is door zieke of verkouden kinderen is gebruikt wordt direct schoongemaakt
  • Het aankleedkussen wordt na elke verschoning schoongemaakt
  • De vloer en het meubilair wordt dagelijks schoongemaakt
  • Sanitaire ruimtes en kranen worden dagelijks schoongemaakt
  • Hoger gelegen oppervlakken worden wekelijks schoongemaakt
  • Verticale oppervlakken worden maandelijks schoongemaakt
  • Speelgoed wordt maandelijks schoongemaakt

Een gezond binnenklimaat

Het binnenmilieu is de leefomgeving binnen in een gebouw. Voor een gezond binnenmilieu zijn de volgende factoren van belang: luchtverversing (ventilatie), temperatuur en vochtbalans en de kwaliteit van de (binnen)lucht. Met name bij infectieziekten die via in de lucht zwevende kleine druppeltjes worden overgedragen is een goede ventilatie belangrijk om verspreiding van de ziekte tegen te gaan. Daarnaast is ventilatie ook belangrijk voor het afvoeren van hinderlijke geuren en anderszins schadelijke stoffen.
1)     Kinderen verblijven in ongezond binnenklimaat
Het binnenklimaat van de groepsruimtes wordt continue gescreend door onze AirCheq-sensoren. Als de CO² of de temperatuur niet in orde is krijgen wij daar direct een melding van en handelen wij ernaar. In de slaapruimtes wordt de CO² dagelijks gemeten en genoteerd op het daarvoor bestemde CO² checklist. Bij een te hoge waarde wordt er direct naar gehandeld en extra geventileerd.
Er wordt zo veel en zo vaak mogelijk geventileerd. Wij beschikken over een mechanisch ventilatiesysteem wat elke ochtend om 7.30u wordt aangezet. Ook staat de deur naar de buitenruimte zo veel als mogelijk open.
Wanneer er iets mis is met de CV, de airconditioning of de ventilatie wordt dit direct gemeld bij een leidinggevende. Deze neemt direct maatregelen om eventuele problemen te verhelpen.
Er wordt periodiek onderhoud gepleegd aan apparatuur die van invloed is op het binnenklimaat, zoals de CV installatie en het ventilatiesysteem.
We proberen ervoor te zorgen dat er binnen altijd een aangename temperatuur is van minimaal 18ºC. Het gebouw waar wij inzitten is ontzettend goed geïsoleerd waardoor de warmte best lang kan blijven hangen. We doen altijd zoveel als mogelijk om de temperatuur in de leefruimtes te reduceren door gebruik te maken van de airco en de gehele dag door te ventileren.
Bij dagen met temperaturen van 26ºC of hoger (binnen of buiten) treedt ons Hitteprotocol in werking:

  • Maak gebruik van airconditioning
  • Overdag zo min mogelijk verlichting aan
  • Monitors van computers en ook andere warmtebronnen zo min mogelijk gebruiken
  • Zonneschermen bij zonsopgang naar beneden en bij zonsondergang omhoog
  • Geen intensieve bewegingsactiviteiten
  • Ventileer en lucht ‘s avonds en ‘s nachts het gebouw en laat de ventilatie ook aan
  • Laat kinderen en medewerkers extra drinken
  • Laat de kinderen buiten blijven als het daar koeler is dan binnen (maar voorkom zo veel mogelijk blootstelling aan direct zonlicht tussen 12:00 en 15:00 uur)
  • Zoek eventueel verkoeling met waterspelletjes en/of zwembadjes

2)   Kinderen verblijven in een stinkende ruimte

  • Er wordt niet gerookt in het bijzijn van de kinderen
  • We gebruiken geen spuitbussen als verf of haarlak in de ruimte met kinderen
  • We gebruiken geen wasbenzine, terpentine, verfafbijtmiddelen of andere chemicaliën met oplosmiddelen waar kinderen bij zijn
  • We zorgen ervoor dat sanitaire ruimten dagelijks gereinigd worden of indien nodig tussendoor

Een gezond buitenmilieu

  • Kind wordt gebeten door teek of insect

Tekenbeten kunnen voorkomen worden door bij natuurwandelingen beschermende kleding te dragen: dichte schoenen, sokken, een lange broek en een shirt met lange mouwen. Als er toch een teek op de huid van een kind gevonden wordt, moet deze zo snel mogelijk verwijderd worden met behulp van een tekenpincet (aanwezig in de ehbo-koffer in de keuken tussen de Zonnetjes en de Bijtjes)

Wespen en bijen veroorzaken nare pijnlijke steken. Ze worden aangetrokken door zoete geuren. In de buitenruimte wordt het eten of drinken van zoetigheid beperkt tot minimaal. Wanneer een kind toch door een bij/wesp gestoken wordt, wordt direct de angel verwijderd en het gif uitgezogen. Daarna leggen we eventueel een coldpack op het wondje, ter verkoeling en verzachting van de pijn. Soms treedt na een wespen – of bijensteek een heftige allergische reactie op (zwelling, ernstige benauwdheid, verwardheid en/ of bewusteloosheid). We zijn hier alert op en waarschuwen in dat geval de ouders en in ernstige gevallen ook een arts en/of ambulance.
2)    Kind komt in contact met dieren
Het kan zijn dat kinderen (buiten of tijdens uitstapjes) in aanraking komen met dieren. We zorgen er altijd voor dat dit onder begeleiding van een medewerker gebeurt. Deze is er alert op dat een kind niet gebeten of gekrabd wordt door een dier, bijvoorbeeld bij een bezoek aan de kinderboerderij. Na afloop worden altijd de handen gewassen.
3)    Kind verdrinkt in zwembadje of zwemt in vervuilt water

Zwembadjes worden bij zeer warm weer veel gebruikt door de kleintjes. Om af te koelen en om lekker met water te spelen. Onze buitenruimte leent zich daar goed voor omdat het helemaal afgesloten is. Stilstaand water in combinatie met warmte brengt echter risico’s mee zich mee.

  • Zorg voor permanente toezicht! Er moet constant iemand naast zitten en overzicht houden.
  • De badjes worden na dagelijks gebruik gereinigd
  • Voor het vullen van de badjes wordt water van drink-kwaliteit gebruikt
  • Voor peuters die nog niet zindelijk zijn worden zwemluiers gebruikt
  • Er wordt juist speelgoed gebruikt; goed materiaal, goed te reinigen, niet te gebruiken als “drinkbeker” voor de kinderen
  • Er wordt niet gegeten of gedronken in het zwembadje

4)    Kind verbrand door de zon en krijgt zonnesteek
Als de kinderen in de zomer gaan buitenspelen worden zij van te voren ingesmeerd met een zonnebrandcrème met minimaal factor 30. Er wordt gezorgd voor voldoende schaduwplekken en bij hoge temperaturen zorgen we dat de kinderen extra drinken aangeboden krijgen. Er wordt op gelet dat kinderen niet te lang in de felle zon spelen. Wanneer blijkt dat kinderen het te warm krijgen, gaan wij naar binnen. Dit alles om de kans op uitdroging of een zonnesteek te voorkomen.
Kinderen onder de 1 jaar moeten helemaal uit de felle zon worden gehouden.
Er wordt gezorgd dat de kinderen niet te warm of te koud (op frissere dagen) zijn aangekleed.

Zieke kinderen

Een kind dat ziek is moet in onze ogen thuis te blijven. Een ziek kind heeft behoefte aan rust en zal op het kinderdagverblijf niet de aandacht kunnen krijgen die het op dat moment nodig heeft.
Onder ziek verstaan wij bijvoorbeeld koorts of een zeer besmettelijke ziekte.

Wij handelen over het algemeen volgens de richtlijnen van het RIVM maar vooral vanuit de behoeften van het kind.
Meer informatie over (infectie)ziekten hier:
http://www.ggd.amsterdam.nl/infectieziekten/infectieziekten/informatie-kindercen/
Bij twijfel kan altijd gebeld worden met de GGD, afdeling Infectieziekten: 020-5555337.
Mocht het kind op het kinderdagverblijf ziek worden (bijv. 38 ºC koorts), dan zullen de ouders hiervan op de hoogte gesteld worden. Wel bekijken wij de situatie per keer en per kind. Een kind kan ook zonder koorts niet lekker in zijn vel zitten, of wel koorts hebben maar gewoon zichzelf zijn.
Soms laten we het kind nog even een uurtje spelen of slapen. Is de koorts daarna gestegen dan moet het kind toch opgehaald worden.  Onze pedagogisch medewerkers zullen altijd pas na overleg met collega(’s) of leidinggevende beslissen om de ouders te bellen. Het kind dient dan z.s.m. opgehaald te worden.
Het is belangrijk dat de pedagogisch medewerkers door de ouders/verzorgers op de hoogte worden gesteld wanneer een kind in het weekend of de nacht ervoor ziek is geweest, zodat hier rekening mee gehouden kan worden.

Medisch handelen

1)   Kinderen krijgen verkeerde medicatie toegediend
Kinderen krijgen alleen medicijnen toegediend als:

  • Hiervoor de Overeenkomst gebruik geneesmiddelen is ingevuld en ondertekend door de ouder
  • De medicijnen in de originele verpakking met bijsluiter zit
  • De pedagogisch medewerkers ervoor zorgen dat zij precies weten hoe de medicatie moet worden toegediend
  • Er wordt vast gelegd wie de medicijnen aan het kind geeft. Het liefst de pedagogisch medewerker die de medicijnen heeft aangenomen van de ouder.
  • Kinderen krijgen geen paracetamol/zetpillen toegediend zonder medische indicatie (bijvoorbeeld in het geval van koortsstuipen)

2)    Medicatie wordt verkeerd toegediend

  • Medicatie toedienen gebeurt niet door stagiaires
  • Medicatie toedienen gebeurt met schone handen in een schone omgeving
  • Gun het kind privacy als het daar behoefte aan heeft
  • Bij het anaal opnemen van de koorts wordt ervoor gezorgd dat de thermometer voor en na het gebruik wordt gedesinfecteerd
  • Draag bij wondverzorging of contact met bloed en wondvocht, altijd wegwerphandschoentjes, en gooi deze na het gebruik direct weg

3)    Er is niet voldoende EHBO-materiaal aanwezig

In de keuken tussen de Zonnetjes en de Bijtjes is een volledig complete verbandtrommel aanwezig, met daarin alle eventuele benodigde spullen voor het geven van eerste hulp (denk aan; pleisters, verbandjes, tekentang, etc.). Pleisters of verband wordt zo nodig vervangen

Veilig slapen

1)    Kind overlijdt aan wiegendood

Kinderen tussen de 0 en 1 jaar mogen niet op hun buik in bed gelegd worden, tenzij de ouder(s) schriftelijke toestemming geeft door middel van het tekenen van de Overeenkomst Buikslapen.

Baby’s en dreumesjes slapen altijd in een slaapzakje en nooit onder een dekentje i.v.m. verstikkingsgevaar

Er wordt tijdens het slapen van de baby’s en de dreumesen consequent de 10-minuten-check uitgevoerd; elke tien minuten worden de slaapkamers en de slapende kinderen gecontroleerd. Of als de gelegenheid er is blijft er iemand bij zitten.
De babyfoon staat aan als de kinderen slapen. Kinderen die wakker zijn worden zo snel als mogelijk uit bed gehaald

Textiel

Dagelijks produceren de drie groepen bij elkaar best veel was. Er is een rooster voor de was wie er wanneer verantwoordelijk is voor het ophalen van de dagelijkse was, en het draaien, drogen en vouwen ervan. Op het moment dat er een afwezige medewerker is wordt dit overgenomen door de inval. Het beddengoed en eventueel ander textiel wordt zelf gewassen door de medewerkers van de betreffende groep.
Textiel met bloed, diarree, wondvocht of braaksel moet te alle tijden direct gewassen worden op 60ºC. Textiel dat niet heet gewassen kan worden maar wel is vervuild met wondvocht, diarree of braaksel wordt op een andere manier grondig gereinigd, bijvoorbeeld door een professioneel reinigingsbedrijf.

1)    Kinderen slapen onder vieze lakentjes
Alle kinderen hebben hun eigen bed voorzien van naam en hun eigen beddengoed (laken/slaapzak/deken). Als twee kindjes een bedje delen omdat ze op verschillende dagen komen, dan heeft het matras aan beide zijden een hoeslaken in verschillende kleuren.
Al het beddengoed wordt wekelijks gewassen op 40ºC, bij zichtbaar vuil direct.
2)    Er wordt schoon gemaakt met vieze keukendoeken
Keukentextiel als vaat-, thee- en handdoeken worden elk dagdeel vervangen: begin van de ochtend en begin van de middag een schone. Het wordt gewassen op minimaal 60 ºC.
Vaatdoeken dienen na gebruik uitgespoeld te worden met stromend heet water.
3)    Kind verblijft in een ruimte met ongewassen textiel
Aanwezige box- en speelkleden op de Zonnetjes moeten wekelijks gewassen worden. Wassen op 40 ºC en het moet direct uitgehangen worden om te drogen. Deze mogen absoluut niet in de droger.
Aanwezige knuffels of ander soort zacht speelgoed, en de hoezen van de bank worden maandelijks gewassen op 40 ºC en daarna uit gehangen.
Vloerkleden worden dagelijks gereinigd (stofzuigen).
De allerkleinsten gebruiken een slabbetje of spuugdoekje bij het eten of drinken. Deze worden na elk gebruik in de was gegooid en worden niet opnieuw gebruikt.
Verkleedkleding wordt maandelijks gewassen op 40 ºC en daarna uit gehangen.

Allergieën

Ouders worden verzocht om aanwezige allergieën altijd te melden. We proberen kinderen niet of zo min mogelijk in aanraking te laten komen met stoffen die een allergische reactie kunnen veroorzaken. Uiteraard houden wij ook rekening met voedselallergie. Als een kind een allergische reactie vertoont overleggen wij met de ouder hoe te handelen. Medewerkers worden hier dan van op de hoogte gesteld en ook de medewerkers die de warme maaltijden verzorgen houden hier rekening mee.

Kinderen leren omgaan met risico’s

Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine) gezondheidsrisico’s. Door uit te leggen waarom we met elkaar bepaalde afspraken hebben gemaakt en ze te leren hoe we risico’s kunnen beperken, maken we ons kinderdagverblijf nog gezonder. We leren kinderen:

  • wanneer en hoe zij hun handen moeten wassen
  • dat zij niet richting een ander niezen of hoesten en dit doen in de elleboog
  • dat zij niet de speen/fles/beker/bestek van andere kinderen pakken en in hun mond doen
  • dat zij in het bijzijn van een wesp of bij niet om zich heen gaan slaan maar rustig blijven
  • dat zij geen water mogen drinken uit het zwembadje